1600-01-31 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 115v, 116
Jaartallenindex

schout en schepenen in Koedijk oorkonden dat Pieter Jansz Knape en Cornelis Jacobsz Buyssen bekennen vercoft, quytgescouden en betaelt te wesen van Cornelis Garbrantsz Croon, Pieter Gerrit Bouwens en Jan Pieter Luytges, kerkmeesters van Coedyck, van een stucke weytlants genaempt Cornelis Wouters bosch, gelegen in de ban van Bergen in de Middel Reekerpolder, groot omtrent 4 snees, oost: de Coedycker huysen en sloot, zuid en noord: Engel Vrerijcxz. Tot hypotheke stelt Knape een acker saetlants genaempt Payebosch [?] gelegen in de ban van Coedyck, groot 1½ gars, zuid: de Weelt, noord: de kerve. Cornelis Jacob stelt zijn huis en erf daer hy nu ter tyt in woont in de ban van Coedyck, zuid: Jaep Bes, noord: Aens [Aris ?] Jan (in margine: 1598); - (zonder datum) Jan Gerritsz, secretaris, heeft vercoft aan Jan Claes Neelis "het Luttge weytge", sulcx als hij tselve van Foppe Jan gecoft heeft, groot 3½ gars, belent oost: den wester Rijnsloot van de Noorder groote Cleymeer, zuid en noord: vercoft vroonlant. Met alsodanige quitantie als hij van Foppe Jan en de grafelijkheid ontgangen heeft. Tot vrijwaring stelt hij zijn huis en erve, zuid: Aerian Yfs waert [vaert ?], noord: Guert [?] Jans (in margine: fol 115v, 1597)

besegelt tot Bergen bij Andries Jacobsz Clouck, schout, tot Coedyck bij Reijer Cornelisz Scout; Reyer Cornelisz, schout, Jacob Jan Symonsz en Reijer Jansz, schepenen