1580-06-01 | Velsen
R.A.H. O.R.A. 955 fol 93
Jaartallenindex
schout en schepenen in Velsen oorkonden dat Symon Pauwelsz, poorter van Haerlem, erkende schuldig te zijn aan zijn kint Grietgen Symonsdochter, geprocreerd bij wijlen zijn huisvrouw Griet Elendochter, 650 Kar gld, uyt sake van des voors. kints overleden moeders erfnis, haar te betalen zodra zij mondig geworden is of getrouwd zal zijn. Onderpand: 1) ½ van een stuk land groot in t geheel vier mad en een hont in de ban van Velsen, waarvan de andere ½ aan de erfgenamen van Dammas Vranckenz toebehoort, oost: Jan Arisz, zuid: het cappelryland van mr Cornelis, west: laenwaer, noord: de middelbruycker sloot, 2) 2 maden min een hond gemeen en onderdeelt, in de ban van Velsen met de erfgenamen van Jan van Loo tot Haerlem en Dirck Arisz tot Velsen in een stuk land groot in het geheel 5 maden, zuid: die Carthuizers te Amsterdam, west: Jacob Dirksz en Claes Maertsz, noord: die Leprozen buiten Haerlem, oost: die dycksloot. In welke voors. twee portien van landen in den 2 percelen voors. bij den voirs comparant hiervoren verbonden competeert en toebehoort Maritgen Cornelisdochter, bagyne op de Grote Hof binnen Haerlem, ¼ part
Dirck Claesz Royer, schout, Dirck Engelsz en Pieter Cornelisz, schepenen