1335-01-17 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 86v/L.R. 11 fol 30v
Jaartallenindex

wij schepenen, waerdsluden ende ghemeene Westvriesen van al Drechterlandt, van al Oudwoudigher ambacht, uytgenomen die poorte van Medenblick, van al Schaghen ende Nieuwedorperambacht en van al Geestmanambacht, oorkonden dat graaf Willem hun op hun verzoek toegestaan heeft, een inlaghe te maecken van Beersingherhoerne tote Medenblick toe, daer hij in vermoet dat men cortelycken die borch ende die poerte te Medenblick omme uijtdycken moet, des joff Godt wille, gheen noed doen en sall, soe gheloven wij alle gemeenlycken mit desen brieve voer ons etc onsen lieve heer den grave, soe wilker tyt hy wille synen borch te Medenblick versetten joff die een voor joff d'ander nae, joff beyde teffens ouk weder des noed dede, jof en dede dat wij daer te doen sullen alle onse vermoghen, ende hem helpen met onsen lijve ende met onsen goede toet syns selven goetdencken, nadien dat hem selven dencken sal dat wij vermogen ter tyt toe dat hij syne borch ende synre poerte van Medenblick verset ende volmaeckt heeft. Ende omme dat wij alle stukken voors. uittelyken ende trouwelicken houden sullen ende voldoen soe hebben wij desen bryeff open bezeghelt met onsen ghemeenen lands zegelen. Gegeven totte Egghemond