1355-05-11 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 32 fol 102v/Reg E.L. 23 fol 67
Jaartallenindex
hertog Willem geeft onse lieve en getrouwen poorteren gemeenlic van onser stede van Sciedam alsulke gratien: 1) als een poorter zyn lyf verbeurt, dan verbeurt hij slechts ½ van zijn goed, de andere ½ komt aan zijn vrouw, kinderen of erfgenamen, 2) oude, verdonkerde of verloren handvesten zal hij vernieuwen, 3) hij geeft hun alsoedanige vrihede als sij nu ter tijt graven ende bevest hebben mit horen poorteren, en voort dat niet begraven is van der Scie als sij begonnen hebben ofgaende an den dyck die men rijt tot Rotterdamme mit goeder scepe als beyde enden begrepen sijn, 4) ende sij sullen ghien vrihede hebben buten den utersten cant van horen graften, 5) voert nemen wi op ons ontheffen en sullen ontheffen onsen goeden luden van Sciedam gemienlike alle doetslage, roof, brand, scattinge, rechtenisse van live, vanghenisse, brekinge van husen ende van vesten die in desen oirloge om des oirloges wille geschiet is, ende dat geweest heeft tussen onse lieve vrouwe moeder en haar hulperen en onse hulperen, sonder ons of yemande enige verbeteringe daer of te doen, 6) hij zweert hun en belooft hun te houden alle recht die zijn oom graaf Willem die ten Vriesen bleef en diens vooroudres hun verleend hebben
ad relationem dominorum de Egmonde, baronis, Joh. de Drongelen, militis, Henrici Popponis, presbiter, signavit dominus de Ysselsteyn, Jo. de Buren