1364-05-10 |

R.A.H. Coll Aanw 50 fol 87v/Reg B. Bloys Cas D fol 102v
Jaartallenindex

Jan van Bloijs oorkondt dat wi van gratien gewilcoert ende geoerloft hebben Herman van Huesen, onsen knaap, om dienst wille die hi ons gedaen heeft ende noch doen sal, dat hi van sinen lande dat hij heeft liggen in onsen lande van den Groten Dreyscier twee gemeten vercopen mach uyt te moeren en uyt te delven tot synre meester bate ende oirbaer, ende der geenre die t jegens hem copen sullen. Dat is te verstaen 2 gemeten van sinen lande dat meest overwayet is mit zande ende die nutste gedelven syn tot ons voers. lants behoef van Dreyschoer