1460-04-16 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 21v/Reg Charolais fol 12
Jaartallenindex

mr Anthonis Michielsz beleent q.q. Aerndt Phillipsz van Aelmonde met zulke percelen van goeden als hierna volgen, hem aangekomen bij dode van zijn broeder Willem van Aelmonde, die ze van de heerlijkheid Putten in leen hield: 1) de visserij van 2 waelen gelegen omtrent zynen huyse, dat hij staende heeft in den ambachte van Pernisse, ende die visserij van omtrent 32 gemeten lands, gelegen in die oude Pernisse binnen den weghe, streckende van Willem Gysbrechtszoens af tot Strytswaell ende van Strytswaell tot Kose Aerntsz huys toe; 2) eenen drooghen dyck mit zynre avelinghe, aengaende van zynen huyse voors. tot Pernisse toe, geheten den Hofdyck, alzoo zyn die toe te behoren plach, 3) een paar oude zwanen die hij hebben sal naest zynen huyse ende hofstede vors. broe[den]de, leen van Putten, tot een recht erfleen; 4) ⅓ van ½ van 6½ gemeten lands gelegen in den ambacht van her Symonshaven by heeren Symons huys van Merckenburch, tot een recht leen; 5) ½ van den thyenden van Nye Pernisse, leen van Putten, te houden tot een recht erfleen. Altoos te comen op de oudste en naaste en altoos op den jongeren man voor dat ouder wij, daar zij beiden even na zijn

hierover waren: mr Heinrick van der Mye, Phillips van Aelmonde, Adriaen Dircksz, leenmannen van Charolais