1463-01-09 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 78v/Reg Charolais fol 40v
Jaartallenindex

Anthonis Michielsz oorkondt dat here Vrancke van Praet here van Moerkerke, ridder, opdroeg tbv Jaquemine Pieter Macharysdochter, Jan die Plaets geechte wijf, den gehele korenthyende van 3 blocken lands gelegen in zijn ambacht van Scobbe en Everocke in Zuidholland, ende is geheten op dese tyt "t land van Moerkerke", die hij van minen here den grave van Charolais als heer van Putten en Stryen tot een erfleen hield, belend I) dat block leggende oostwest van der kercken aldaar, oost: de Oistwech, zuid: de Zuytwech, west: de Middelwech, noord: de Noortwech, groot 78 morgen en 48 roeden; II) dat ander block leggende westwaarts van daer mit den zuytende an den Zuydwech en over den noortwech tot aen Heynkinsoort mit deze noirteynde, mit der noortzyde langes Butkyns wateringe, mit der westzyde langes den wech, ende is groot 117 morgen 16 roeden; III) dat derde block westwaarts liggende van daar, zuid: de Zuydwech, west: langes avelinghen die langs den westdyck loopt, noord: Heynkynsoort, oost: die kercksloot, ende alsoo voort streckende voorbij Carthuisersland, ende voort voir bij Willem Gherytsz land, ende Cornelis Buser land tot Heynkynsoert toe, groot 99 morgen. Vervolgens wordt jvr Jaquemine hiermede beleend als leen van Putten en Strijen, tot een erfleen. Behoudelick die kerke van den voors. land uit elke blok tienden jaarlijks 1 R gld. Sterft zij vóór haar man Jan die Plaet, dan behoudt deze het vruchtgebruik. Haar man Jan die Plaet doet de leeneed

present: Gerrit heer van Assendelft, mr Jan Wandell, leenmannen van Charolais, Jan Dedell, leenman van Holland