1466-02-24 (1465) |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 102/Reg Charolais fol 51
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz oorkondt: dat hij q.q. Willem van Roden beleend heeft met dat huijs te Roden, met der hofstede, cingelen, graften etc, hem aangekomen bij dode van zijn broeder Boudyn van Roden, die dat van de heerlijkheid Arkel in leen hield. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Bovendien beleent hij hem met sulck erve als gelegen is in den ambachte van Roden, buyten aen den ouden dyck van Ryederwaert, gedyckt ende onbedyckt, also als zijn vader cofte jegens Joost van Ryswyck. Hem mede aengecomen bij dode van zijn broeder. Leen van Arkel, te houden tot een onversterfelijk erfleen
present: Melis van Mynden, Jan Dedell, leenmannen van Holland, bij gebreke van leenmannen van Charolais