1520-11-06 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 48
Jaartallenindex
Karel beleent Gysbrecht van Brederoede Jorisz na dode van zijn moeder vrou Marie van den Werve Philips Ruychrocsdochter met 24 R gld per jaar uit die visserij van Schagercogge, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens draagt Gysbrecht dit leen over tbv heer Willem Oom van Wyngaarden: 1) de rente van 24 R gld op Schagercogge, 2) ⅙ deel van alle ambachtsheerlijkheden met toebehoren en gevolg van Melissant, Noorderscorre en Wellestripe, te wetene van aldaer te mogen setten scout, schepenen, dykgraaf mitter gifte van der kercken, costerie en andere geestelijke provenen, desgelijks maelrie, visserien, vogelrien, veeren en alle andere profyten der ambachtsheerlijkheid toebehorende, mitsgaders 1 gr Vls van elk gemet land tot erfscote ende oock mede van elk vat biers dat men binnen des voirs. landeken drincken en slyten mach 2 gr Vls erflick. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen. Vervolgens wordt heer Willem Oom van Wyngaerden, ridder, heer tot Albrantswaard, met deze lenen beleend
leenmannen: Jan van Vliet, heer tot Aerntsberge, Frederick van Suylen van Nyvelt, Cornelis Anthuenisz, secretaris van onsen Hove van Holland, Cornelis Barthoudsz