1520-12-13 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Vriesland fol 14v
Jaartallenindex

Karel etc oorkondt: dat voor onse lieve en getrouwe Raad Frederick van Renisse van Wulven heer tot Malle, stadhouder van de lenen in absentie van de graaf van Nassau, gecomen is onse lieve en getrouwe neve, raedt en camerling en ridder van onser orde heere Johan grave tot Egmond here tot Bair, die ons opdroeg tbv zijn broer jhr Joris van Egmond: 1) de heerlijkheden, hoge en lage van Hoochtwouderban en Ederswouderban, also verre als dat schoutambacht en scependom strecket te water en te lande, alsoo als die gelegen zyn in onsen lande van West Vrieslant, met allen renten, tienden, profyten, opcomingen, vervallen rechten. Ende oock daertoe de thiende van Wognum samenlyck met allen hueren toebehoren, also vry en groot en cleyn als dieselve heerlicheden, renten, goeden en thienden in voorleden tyden onsen voorvaderen, graven te Holland, daer sij of gecomen sijn, toebehoord hebben. Mitsgaders dat huys van Hoochwoude en 3 morgen lands daertoe behorende, tot een onversterfelijk erfleen; 2) ½ van de ambachtsheerlijkheid van Spanbroec met alle boeten, tienden, renten, visserijen, vogelrijen, prouffiten, opcomingen en al wat daer toe behoort, tot een onversterfelijk erfleen; 3) ½ van de voorn. ambachtsheerlijkheid. En dat hij vervolgens jhr Joris van Egmond hiermede heeft beleend. Behoudelic de lijftocht van zijn moeder vrou Magdalena van Wardenburch aan deze lenen. Daar jhr Joris onmondig is, doet heer Floris Oom van Wyngaerden heer tot Ysselmonde, ridder, onse Raet, de eed voor hem

leenmannen: heer Willem Oom van Wyngaerden heer van Albrantswaard, ridder, Adriaen van Dorp, Augustyn van Teylingen, Cornelis Barthouts, mr Cornelis Anthuenisz