1521-07-13 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 28, 28v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat jvr Marie van der Colster Jacobs van der Colstersdochter, weduwe van Pieter van Ruyven, met Jacob Heindricsz als haar gecoren voogd, overgedragen heeft tbv Gerrit van Suylen van Nyvelt, huere dochter soon, die ambochtsheerlijkheid ende dagelics gerichte van Heyloo ende van Oesdom, mitten schoutambachten aldaer, mit allen pruffiten, bruecken, boeten en vervallen, uitgenomen die molen, wint ende gruijt. Daer jvr Marie overmits outheyt en crancheyt van lichame selve niet wel reysen en mach, verzoekt zij om Gerrit hiermede te belenen tot een onversterfelijk erfleen, zoals zij en haar ouders die gehouden hebben. Op 1521-11-21 wordt Gerrit hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Joost van den Hove, Gerrit van Sperwoude; 1521-11-21: Vincent Dammas, clerck ord. v.o. rek. in den Hage, mr Cornelis Anthuenisz, secretaris in onser camer van onsen rade aldaar, Anthuenis Kievit Jansz