1522-06-23 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 92
Jaartallenindex

leenmannen van Zeeland oorkonden dat mr Claes du Marchie als procureur van heer Floris van Egmondt, grave van Bueren, heer van Yselsteyn, van St Martynsdyck, ende Wouter van der Plancke, als procureur van Katherine van Egmond, weduwe joncker Franchois van Borsselen, in leven heer van Cortkene (volgt de procuratiebrief dd 1522-04-24 en 1522-06-10). Mr Claes du Marchie verklaart verder dat heer Floris om zijn heerlijkheid van Cortkene en de Schaepspolre te kunnen belasten, hij van de keizer octrooi verkreeg. Dat hij ook consent verkreeg van jvr Catharina van Egmond om deze goederen te belasten met 300 gld, niettegenstaande de op die goederen gevestigde douairie. Zij ontvangt nu jaarlijks 300 gld utit de heerlijkheid Cortkene en uit de Schaepspolre, zolang deze rente niet afgelost is. Zij geeft volmacht aan Wouter van der Plancken, blijkens de geinsereerde volmacht. Mr Claes du Marchie bekent nu vercoft te hebben op stad, heerlijkheid en ambocht van Cortkene en op de Schaepspolre een rente van 300 gld 20st per jaar, ter lossing den penning 16, aan de heer Anthuenissen van Bergen, ridder, heer van Grimbergen. Na dien heeft Wotuer van der Plancken erkent dat de grave van Buren hem afgelost en gequeten heeft deze rente van 300 gld, die de jvr Katharina van Egmond op de voors. goeden bezat

Jan Silly, ridder, heer van Schoudee, Aert van Diest, ridder, Philips heer van Cats, Jacob Baeck, leenmannen van Zeeland