1522-11-20 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 37
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor onse lieve en getrouwe Raad Frederik van Renisse heer tot Malle, stadhouder van onse lenen in Holland en Vriesland, in absentie van de graaf van Hoochstraten, onse stadhouder generaal, Jan van der Craken opdroeg tbv Jan Claesz van Wyckerduijn, ½ van sloten, landen, gelegen in de ban van Beverwyck, daer Bertelmeus de Gouwer de wederhelft of pleecht te hebben, noord: Pieter Willem Luydolfsz, zuid: Jacob Claesz en Gerrit Gerritsz, west: die banheyninge, oost: Claes Jan Wiggersz weduwe met haar kinderen, groot 1½ morgen, nu genaamd t Wilde Haverland, en dat hij vervolgens Jan Claes hiermede beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen
leenmannen van Holland: mr Tielman van Dullekem, onse Raad en meester van onser reeckeninge, Jacob de Jonge heer tot Baertwijck, auditeur deser selver reeckeninge, Vincent Dammas, clerck ordinaris derselver onser reeckeninge, Cornelis Barthouds