1525-05-21 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 41v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat Marchtelt Jordin Garbrantszdochter, met haar neef Cornelis van Bronchorst als gecoren voogd in deser zake, opdroeg t.b.v Cornelis Jacobsz, 2 ½ deymade (cleymade ?) lants gelegen op Catwoude in Pelgerims Lysensoonsvenne, onderdeelt, oost: Vossenweer, west: Luttick Hanneken weere, zuid: de Purmere, noord: de Sed, 2) ½ Vuyle venne, onderdeylt, 1½ deymde groot, gelegen in de ban van Suijrwou bi der Ysermeer op Uijtdam, oost: Jan Hermansz, noord: Claes Jansz, west: Claes Jacobsz, zuid: Jan Jansz, in alre manieren als sy die van ons ten onversterfelijken erfleen hielden. vervolgens wordt Cornelis Jacobsz met dit leen beleend. Daar Cornelis onmondig is, doet zijn vader Jacob Aelmersz de eed voor hem

leenmannen: mr Anthuenis van Bronchorst, Vincent Dammas, Gerrit van Loo, Cornelis Barthouts, Willem Pietersz Criep