1526-05-28 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 67
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn Raad Frederik van Renesse etc compareerde onse nicht vrouwe Elisabeth gravinne van Hoochstraten met haar man heer Anthuenis van Lalaing grave van Hoochstraten etc, om te voldoen aan het huwelijkscotract gemaakt tussen jhr Ghilam heer van Noyelle en jvr Magdalena van Culemburch, zuster van de vrouwe van Hoochstraten, met het octrooi dd 1 november jl, inhoudende dat zij op hun lenen gehouden van de grafelijkheid van Holland mogen assigneren 600 Vrancken (van 32 gr sjaars t stuck) zoals door hen aan jhr Ghilam en jvr Magdalena belooft waren te heffen naer den overlijden van den lanxtlevende van deselve grave en gravinne, indien deze geen kinderen zouden achterlaten. In mindering van de 600£ worden nu 300£ bewezen op erflenen omtrent Culemborch: 1) den ommeloop gelegen op Golbertingen, die Heyndrick Zegersz met zijn medegesellen gebruikt, 2) 2½ hoeven lands in Ackoye, 3) 5 strypen lants gelegen in Golberdingen, die Huyge Jansz erven in erfpacht hebben om 12 oude schilden, 4) 4 morgen lants op Zidervelt die Pieter Roelofsz bruict, 5) een uyterwaert te Honswyck, die Gerrit Numans erven bruiken, 6) uit Gerrit Willemsz vier strypen lants in Golberdingen, die hij in erfpacht heeft om 4¾ scilden ende uyter exchyse van Everdinge en van Honswyck. Karel ratificeert een en ander en beleent jvr Magdalena met deze inkomsten na het overlijden van de grave en gravinne indien deze geen kinderen nalaten
Everard die Veer, onse Raad, Hendrick van de Werve, Jan Splinter, mr Cornelis Anthonisz