1527-02-14 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 25v
Jaartallenindex

geeft ootmoedelycken te kennen Pieter Willemsz, hoe dat in de woning van een Dirrick Jansz gelegen in de duynen benoorden den Hage, gelegen is een streepken duynlants, groot 7 morgen lants, geldende per jaar 5 £ Holl. Welk lant mit de voors woninge ende ander lant tesamen voor vrij eigen goed vercoft is geweest, ende daeronder ten pande staet 10 hondt lants gelegen besuyden Hout denselven suppliant toebehorende. De suppliant heeft nu vernomen dat de voors. 7 morgen van de Keizer gehouden worden tot een recht erfleen bij een Staets Walixz, van wie hij suppliant dit leen gekocht heeft. Hij verzoekt hem hiermede te belenen ("over te setten") tegen betaling van een jaar pacht. De rekenkamer deed onderzoek en ontbood Staets Walixz, oud ± 40 jaar, die bij ede verklaarde dat dit leen niet meer waard was dan 5£, "wantet een seer dor landeken is, leggende tussen den Hage en Losduynen", streckende door die clingen tot aen de zeeduyn toe. Ende alsoo zijn huysvrouw op dese tijt in de craem leijt van een jonge dochter ende noch redelijk jonck is, te weten 35 of 36 jaren, ende jaerlix kinder krijgt, zo dunckt het aan Crispyn Jansz van Boschuysen dat het leenken van cleyne estimatie is, en ook omdat Pieter Willemsz dagelijks in dienst is van zijn Keyz. Maj. en dat daarom Pieter voorn. ermee beleend moet worden ten rechten leen, tegen betaling van 6£ gr Vls, boven de heergewade. Dienovereenkomstig wordt door de rekenkamer beslist