1527-08-31 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 34v
Jaartallenindex

jvr Johanna van Zwieten met heer Willem van Alckemade als haar voogd, compareerde voor de heer van Assendelft, stadhouder van lenen etc, en versocht alsulcke lenen als aan haar verstorven waren bij dode van Jan van Zwieten, haar broeders zone: 1) een thiende geheten heren Danels thiende mitter smaeltiende gelegen in Maeslant, 2) 7 morgen 3 hont en 93 gaerden lants in Hodempijl, 3) het ambacht van Hodempyl mit zynen toebehoren, 4) 100£ per jaar uit het rentmeesterschap van Zuid Holland. De Procureur Generaal weigerde de belening, daar dit quade versterfelijke lenen waren, die bij dode van Jan van Zwieten aan de grafelijkheid vervallen waren. Het eerste leen was echter in het openbaar verkocht, en het laatste leen was aan de domeinen gekecht (?). Zij begeert en verkrijgt hiervan akte

mr Nicolaes van Essche, mr Jacob de Jonge, heer van Baertwijk, Raden en Rekenmeesters van Holland, mr Willem Goudt, Raad en ontfanger v.d. bede, Vincent Dammas, auditeur in de rekeninge, Balthasar Lievinusz v.d. Hogelande, Cornelis Barthouts, leenmannen van Holland