1527-11-20 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht fol 6
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij na gedane opdrachte door de voogden van Thonis Gerritsz [te lezen: Gerrit Thonisz] van een hofstad, berch, schuyre ende al dat binnen synre graften begrepen is, gelegen binnen den Stichte van Utrecht, in den kerspel van Lopick ende daertoe 7 morgen lants daer t huys voorscr. op staet, boven: Jan Heyndricsz, beneden: wijlen Claes Pietersz dochter, streckende zuydwaerts van Jaersvelt tot Benschop toe noordwaerts. Ende dat tbv Neelken Thonisdochter, huisvrouw van Pieter Aertsz, die vervolgens beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen. Haar man en voogd Pieter Aertsz doet de eed voor haar (vgl 1527-11-15)

Jacob Coppier, heemraed van Rynland, Jan Hendriksz, ontvanger v.d. exploiten v.h. Hof van Holland, Cornelis Barthouts, Adriaen van Hoef Barentsz, Willem Pietersz Criep