1527-12-28 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 38-44v
Jaartallenindex

schepenen van Gorinchem oorkonden dat Jacob Quekel Huygenz te kennen gaf dat hij vele getrouwde kinderen heeft bij zijn vrouw Marie Hallincx. Om na zijn dood twist te vermijden, ontvangt hij octrooi om te testeren. Hij vermaakt aan zijn 5 kinderen elk 1600 Kar gld van 40 gr, dat elk van zijn kinderen deze portie genieten zal, vóórdat zijn dochter Marie met haar man Gysbrecht Valk in zijn erfenis komen, daar aan deze ongelijk veel in hun huwelijk gegeven was. Zijn zoon Huych zal twee jaren of langer aan de koopmanschap blijven, eer hij enig profijt van zijn goeden hebben zal. Zijn dochter Anna zal "geholpen zijn [!] twee jaren aen een te dienen bij mijn vrou Moerkercke of haers gelyke"; zijn dochter Belitie zou geholpen zijn in een clooster om te leren lezen en schrijven, ende als zij 20 jaren is en begeert zij in t clooster te blijven of elders daer t haar believen is, dat mense daertoe helpen zal. Het surplus van haar goederen zullen haar broers en zusters delen. De goederen die Jacob Quekel elk van zijn kinderen bewezen heeft: 1) Huych zal vooruitnemen de beternisse van de Quellinge en Wissenhoef met toebehoren, te Steenwyck, metten grient voor de Quellinge ende den kleinen esch met toebehoren. Welverstaende dat hij Eynken Mathiasdochter en haar 3 kinders betalen zal, als leenvolger, haar rente. Huych krijgt noch 4 hont land aan de Dusschen, leen van de grave van Nassau; 2) de zuster Margriete en Anna krijgen tesamen de acker tot Alblas, dat één stuck groot wesende 12 morgen en noch daertoe 7 morgen daeraen gelegen; 3) na zijn dood moet men het huys genaamd Vroegdenburch binnen Dordrecht verkopen, daermede dat men lossen en vrijen sal dat huijs genaamd Besanten. Ende dit huis zullen hebben Margriet en Anna tesamen; 4) zij krijgen ook tesamen 14 morgen lands gelegen tot Weerthuyse, die Ymbert Tonis nu ter tyt gebruyct, behoudens dat zij daaruit betalen moeten de 1£ gr Vls per jaar, die daarop staat; 5) Belycken Quekels sal hebben t eynde de doot van Pieter Sjaerts weduwe, ½ van de visserij gelegen in de Ysselt, indien dat Pieter Sjaerts weduwe die in lijftocht houdende is. Welke visserij men in leen houdt van de proosdij van Oudmunster te Utrecht

Jan van Strijen Jansz, Robbrecht Jansz, leenmannen van Holland, Frederick Spycker, Jan van Strijen voors, schepenen van Gorinchem