1528-01-05 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 11, 12v, 13
Jaartallenindex
Karel beleent vrou Cunera van Meerdervoort, na dode van haar vader Adriaen van Meerdervoort met: 1) ½ van de ambachtsheerlijkheid van Puttershoeck, van tienden, veren, visserij, vogelrie, corfsteking, 2) ½ van alsulke uiterlande als jvr Aechte wylneer huisvrouw van Pieter Abelsz, te anderen tyden bedyct heeft gehad, buitensdycs van Puttershoeck. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar haar oud oom Jan van Drenckwaerde, onse schout van Dordrecht. Behoudens dat haar voogd in der tijd wesende de eed moet doen. Op 1543-06-09 doet haar man Aert van Liert de eed
Franchoys Cuebel, Willem Pijn, onse Raden in Holland, Cornelis Barthouds, Barwout Willemsz, leenmannen; 1543-06-09: Andries van Bronckhorst, Hendrik van der Schoot, ridder, Raad des keizers in Holland, Cornelis Barthouts, Willem van Criep, Anthonie le Bucq, Nicolaes Barthoud