1528-10-07 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 44v, 45v
Jaartallenindex

Karel beleent Jacob Quekel, na dode en maeckinge van zijn vader Jacob Quekel Huijgenz met een ambacht gelegen in Zwindrecht, geheten Oudelantsambacht, met de gift van de kerk aldaar, met visserij, zwaendrift, riethuyre en alle andere toebehoren. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Welverstaende dat deze verlydinge ons niet prejudiceeren en sal indien hierna bevonden werd dat die alienatie van dit leen hier voortyts bij tyden wylen Jan Duyck gedaen van een quaden leen ten goeden onversterfelijken leen, niet gedaen en waere als nae rechte behoort. Eodem die beleent Karel Jacob Quekel, na dode en maeckinge van zijn vader Jacob Quekel Huygenz, met een hove lants gelegen tot Muylkerke aen die Dussen, in onsen lande van Zuid Holland, leen van Putten. Te houden tot een recht erfleen (vgl 1527-12-28)

mr Joost Sasbout, Raad ord, Willem Gout, Raad en ontfanger v.d. bede, mr Jan Brielis (Jan Buelis bij de 2e belening)