1528-10-15 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 41, 42
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Jacob Quekel Jacobsz opdroeg tbv vrou Alyt van Kyfhoek vrouwe douagière van Assendelft, een ambacht gelegen in Swindrecht genoemd heer Oudelantsambacht mitter gifte van der kercke aldaer, met visscheryen, zwaendrift, riethuyr, zoals hij die ten onversterfelijke erfleen gehouden heeft. Op 1529-10-14: vrou Alyt wordt beleend met dit leen "dat ambocht in Swindrecht geheten Oudelandsambacht" etc. Onder voorwaarde dat dese verlydinge ons niet [regardeert] indien hiernamaels bevonden wordt, dat die alienaice van dit leen hier voortyts bij tyden wylen Jan Duijck gedaen van een quaed leen ten goeden, tot een onversterfelijk leen niet gedaen waer als nae rechten behoort. Haar zoon Dirrick van Assendelft doet hulde, eed en manschap voor haar
Gerrit van Poelgeest, heer tot Hoogmade, Jacob de Jonge heer tot Baertwijck, Cornelis Barthoutsz, leenmannen; 1529-10-14: Cornelis Barthouts, Huybrecht van Hoeff Pietersz, leenmannen