1529-03-01 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 31v, 33v
Jaartallenindex

compareerde voor den Hove van Holland Adriaen Ruychrock van de Werve, verklarende dat hij heeft vercoft aan Andries van Bronchorst heer van Schoot, zekere percelen van vrije Vronen: 1) een stuck vrye Vroene groot 48¾ gemeten, 2) een dergelijk perceel groot 48¾ gemeten, al gelegen in Middelharnisse, 3) 6 gemeten 231 gemeten oock vrije vroenen in de Oestmoer in onser Vrouwenpolder ende der Stadt, en voorts alle vronen die hem toebehoren in Middelhernisse, 4) 168 roeden dyckerslant in de landen van de Stadt, 5) 6 gemeten 94 roeden dyckerslant gelegen in onse Vrouwenpoldere ende den oostmoer in den lande van Putten. Daarvan de voors. Andries van Bronckhorst bedinct heeft behoorlyk van waer-borgtocht. Hij verbindt hiervoor zijn persoon en goederen, speciaal zijn deel in de heerlijkheid Middelharnis, te weten ⅙ deel en ¼ deel van deze heerlijkheid, als maelerijen, tienden, veren, visscherij, ommeloopen, dycken, rantsoenen, jaerschot etc. Hij verzoekt hierop willige condempnatie van het Hof. Op 1529-04-08 confirmeert Karel deze akte

by den here van Malle als stadhouder v.d. lenen, heer Gerrit here van Assendelft, ridder, 1e raad in den camer vd Rade, mr Jasper Lievensz v.d. Hooglande, ridder, Raad ordinaris, mr Anthuenis van Bronckhorst, Jacob Coppier, getekend Cornelis Barthouts, leenmannen v.d. Leenhove van Holland