1529-11-29 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 111
Jaartallenindex

compareerde voor den Hove van Holland Enghebrecht en zijn broer Hendrick van Scheijden en jvr Catharina, natuerlyke dochter van wijlen mr Gerrit van der Mye, met haar broer mr Jacob van Jutfaes als voogd in deze zake, en verklaren dat zij geaccordeert en vereenicht waren van alsulke questien en geschillen als zij jegens malcanderen uytstaende en hangende hebben voor den Hove van Holland, ter cause van de achtergelaten goederen van de voors. wijlen mr Gerrit: 1) Engelbrecht en Hendrick renuncieren van de eygenlyke goederen van mr Gerrit en zijn tevreden dat jvr Catharina die aanvaardt ten eigen behoeve, onder voorwaarde dat zij tot haar last neemt alle schulden en legaten van de erflater. Aan de broers zal zij 300 gld betalen; 2) jvr Catherina doet afstand van de 12£ per jaar die haar vader haar maakte uit de leengoederen van der Mye en andere leengoederen te Wateringen. Zij draagt deze rente over tbv Enghelbrecht; 3) indien de weduwe van mr Gerrit binnen 4 jaar sterft of hertrouwt, belooft jvr Catharina aan Hendrik boven de 300 Kar gld nog eens 300 Kar gld te betalen; 4) jvr Catharina zal de beide broers niet onterven t.a.v. goederen gecomen van wijlen mr Gerrit, behalve dat zij uit deze goederen aan degene die zij wil een lijfrente van 10£ gr Vls zal mogen bespreken. Het Hof condemneert beide partijen in dit accoord (1530-04-06 en 1529-12-10)

present: heer Floris van Wyngaerden, heer tot Yselmonde, Jan van Duyvenvoorde, heer van Warmond, ridder, Jan Penninck [= Benninck], mr Franchoys Cavel [= Cuebel], Jasper Lievinsz [v.d. Hogelande], Hugo van Assendelft, Reynier Brunt, Guillaume Zegers [van Wassenhoven], Raadslieden; get. J. de Jonge