1530-06-25 (2) |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Vriesland fol 26v-35
Jaartallenindex
vervolg: om die stamme en t huys van Egmond in eere te houden, transporteert vrouwe Magdalena aan den grave van Egmond al haar recht op de goeden van Bar en tollen van Arnhem en Ysseloerde, ter cause van zullke rendemptie of lossinge als sy daarof den hertog van Gelre gedaan heeft etc. Vrouwe Magdalena transporteert ook ½ van sulke gors en aanwas als uyten de oude grave van Egmond staande huwelijk gekocht had, waarvan de wederhelft gebleven was aan wijlen haar zoon de graaf van Egmond, brief dd 1495-05-26 en 1520-12-10, en dit alles tbv haar zoonszoon den grave van Egmond. Zij doet ook afstand van haar lijftocht aan dit gors (gemaakt 1512-07-23). Noch cedeert zij aan de grave van Egmond de eigendom van alle vasallen [!] van silver, vergult als onvergult, behoudende zij het gebruik ervan zolang zij leeft, en na haar dood zal de heer van St Amand het gebruik hebben zijn leven lang. Hij moet hiervan een inventaris maken en die overleveren na zijn dood aan de graaf van Egmond, dat deselve vasalle zal blijven an de stamme van Egmond. Het huisraad en de tapitzen op het huys te Egmond cedeert ze op dezelfde wijze. Al het andere zal comen aan den grave van Egmond, die zijn jongere broeder en suster partage zal doen nae gelegenheid van de zake, bij goetduncken van den grave van Bueren of bij gebreke van de 2 naeste magen en vrienden, achtervolgende het testament van den grave van Egmont, lest overleden. De heer van St Amandt consenteert in al het vorenstaande en om de stamme van Egmond in eeren en wesen te houden soo heeft hij overgegeven tbv zijn neef de graaf van Egmond de heerlijkheid van Hoochtwoude en Eertswoude, de thienden van Woggenem en de ambachtsheerlijkheid van Spanbroek met tienden, die hij zelf in leen houdt, onder voorbehoud van het gebruik en de tocht daaraan na zijn moeders overlijden, zijn leven lang. Zou hij wereldlijk persoon worden, dan zal hij dit leengoed mogen belasten met 300£. De graaf van Egmond consenteert hierin. De heer van St Amandt cedeert zijn aanspraken op de goeden van Bar, de tollen tot Aernhem en Ysseloorden, ook van de erfenis van wijlen zijn broer jhr Philips van Egmond, waarvan hij zich evenals van die van zijn vader gerenuncieert heeft. Hij is reeds met de goederen van Bar beleend, maar verzoekt deze over te zetten op de grave van Egmond, die zijn broer en zuster in redelijkheid een partagie moet doen. Na zijn moeders overlijden zal de heer van St Amandt uit de tollen van Arnhem en Ysseloord jaarlijks 400£ ontvangen en uit de gorssen in het land van Putten 200£. Partijen gaan vervolgens accoord en verklaren zich voldaan (vgl 1530-08-09)