1530-09-10 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 172-176v, 177, 180, 181
Jaartallenindex

leenmannen van het graafschap Zeeland oorkonden dat mr Claes du Marchie en Glaude van BersacquƩs, als procureurs van here Anthonis van Bergen, heer van Waelham, Grimbergen, Wanre etc, en ook van zijn vrouw vrouwe Jaqueline van Croij (procuratie dd 1530-09-09), octrooi van de keizer 1530-09-07. Procureurs erkennen nu de in deze akten genoemde rente van 300 R gld per jaar verkocht te hebben aan vrouwe Johanne de Gros vrouwe van Maigny. Op 1530-09-11 bekent de keizer de vrouwe van Maigny in het bezit van deze rente gekomen te zijn, onder voorwaarde dat deze losbaar zal zijn. Op 1530-09-09 erkennen Anthonis en zijn vrouw dat de verkoop gedaan is onder voorwaarde van mogelijk lossing en verklaren zij zich garant. Op 1530-09-12 geeft vrouwe Johanne de Gros volmacht aan mr Willem Pinszoon, Raad in den Hove van Holland en Jan de Heuyter ....... [open], om voor de stadhouder van de lenen te compareren en voor haar het leen te verheffen. Op 1530-09-19 beleent Karel haar met deze rente van 300 R gld op de heerlijkheid van Cortkene en op de schaapspolre in Zuid Beveland

Aert van Diest, ridder, Ferry Grosz heere van Nyeuwenlande, Willem Petersz, Jacob Baeck, als mannen van leen van het graafschap Zeeland, get. Lambrecht van der Ee, griffier van de Grote Raad te Mechelen; 1530-09-19: mr Claes van Essche en mr Jacob de Jonge, mrs v.d. rekenkamer, Reynier Brunt, procureur generaal, Jan de Heuyter, schout van Delft, Vincent Dammas, auditeur v.d. rekening