1531-08-20 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 226, 228v, 230v
Jaartallenindex

Robbrecht grave van der Marck ende van Arenberg, here tot Agremonde, Naeltwyk, Reckhem, Boeckhout, Loenhout, burggrave van Brussel, erfmaarschalk van Holland en Machteld van Montfoorde, gravinne etc, oorkonden hoe dat wij grave Koen van Virnenburgh heer van Sombreef met onser dochter jvr Josina in huwelijkse voorwaarden beloofd hebben een jaarlijkse rente van 250 R gld van 40 gr Vls, ter lossing den penn. 20, naderhand verzekerd op onze heerlijkheid en goede van Naeltwyck, blijkens brief dd 1528-08-20 en de daarop gevolgde confirmatie door de keizer dd 1528-08-24, welke rente graaf Coen en zijn vrouw vervolgens verkochten aan Gerrit van Poelgeest heer van Homade een jaarlijkse rente van 85 der voors. R gld. Dat graaf Coen en zijn vrouw nu ook graag de rest van deze rente verkopen willen aan Dirck van Assendelft, heer van Besoyen, die deze niet wil aanvaarden zonder consent van de oorkonders. Zij consenteren in de verkoop van deze rente van 185 R gld op de heerlijkheid Naeltwyck, losbaar met 3300 Kar gld. Eodem die oorkonden Koen grave van Vierenbergh [!] heer van Sombreeff en Josyna gravinne van der Marck en Arenberg dat uit de rente die hun gegeven was, reeds aan Gerrit van Poelgeest 85 R gld verkocht was en het restant 185 Kar gld nu aan Dirck van Assendelft verkocht is. Zij machtigen Gerrit van Poelgeest, Jan Heindrix van Driebergen en Willem Pietersz, procureur in den Hove van Holland, om deze rente te constitueren. Op 1532-03-10 oorkondt Karel dat deze rente hem is opgedragen en dat hij Drick van Assendelft daarmede heeft beleend

1532-03-10: heer Gerrit heer van Assendelft, Floris van Assendelft, heer van Goudriaen, castellein v.d. Goude, Lambert Millinck, heere van Waelwyc, Zeger van Alveringen, heer van Hofwegen, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen