1531-09-16 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 32
Jaartallenindex

supplicatie van Gillis Jansz als man en momber van Margriete Soeten, weduwe Jan Willemsz Zoete, [thans] zijn huisvrouw, inhoudende hoe dat Margriete met haar eerste man Jan Willemsz heeft bezeten zeker leen, wesende van der heerscappe van Vosmaer, vercregen en gecoft mitten penn. die haer voer haer huwelijcksgoet gegeven waren. Nu is t soe dat in het jaar 1524 de voors. Jan Willemsz aflivich geworden zynde, die dochter van de voors. Margriete, geheten Margriet Zoete, het voors. leen behoorlick verheven en ontvangen is voor u luyden, waaronder het voors. leen begrepen is, en betaelt de heerlijke rechten daertoe staende mitten penn. comende van haar moeder, want zij ongehuwd en in de plicht van haar moeder was, welke moeder Margriet insgelijks nu onlancx geleden gestorven is. Aangezien Margriete het leen had doen stellen op haar eigen naam, zonder van haar moeder melding te maken, vreest hij suppliant moeilijkheden, daar het leen nu niet tijdig verheven is. De rekenkamer octroyeert hem nu het leen opnieuw namens zijn huis vrouw te verheffen (vgl 1531-12-10)