1531-11-15 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Gelre, Woerden fol 38-41v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat vrouwe Ysabeel gravinne van Hoochstraten, vrouwe van Montagny, Culemborch en Borsselen, onse nicht, met haar man heer Antheunis van Lalaing, grave van Hoochstraten, ridder van onser ordene, stadhouder van Holland, Zeeland en Vriesland, navolgende zeeckere huwelijksvoorwaarden gemaakt tussen den here van Palandt, haer neve, en vrouwe Margriete van Lalaing, zijn gesellinne, opdragen hebben tbv de here van Palant: 1) de lenen Gaspaerden, Everdingen, Gobertingen, Tulle ende Honswyck, mit alle de waerden, visserijen, landen, veeren, tienden, renten, in hoge gerechte ende lage, met alle manscip daertoe behorende, recht erfleen; 2) twee hoeven lands in het gerecht van Ackoy, en 25½ morgen land geheten in Rippelryckerwaert, recht erfleen; 3) item lang Bolgerye mitter heerlichede, hoge, lage, thyns, thienden, die gelegen zijn in den kerspel van Zydervelt, streckende mitten uytersten eynde ter Lecke waert aen de vier hoeven en an de thien hoeven geheten Outena. Voorts achterwaerts streckende an den kerspel van Scoenrewoert al langes aen een dorp geheten Boijencoop, boven: een strate geheten Zyderveltse wech, beneden: een dorp geheten Cort Bolgerie, tot een erfleen. De heer van Palandt legt de eed af voor deze leenen, en stemt erin toe dat genoemde lenen door de gravinne van Hoochstraten, zijn moeije, haar leven lang gebruikt mogen worden. Hetzelfde geldt voor de grave van Hoochstraten. Indien de grave van Hoochstraten zijn vrouw overleeft, zal hij ook de heerlijkheid Borsselen blijven gebruiken (vgl 1536-03-21)
heer Jan Hannaert, ridder van St Jacob, heer van Lykerke, borchgrave van Lombeke, Gerrit van Poelgeest, here van Hoochmade, mr Dirck Heynricsz, pensionaris van Gouda, leenmannen