1531-12-18 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Gelre, Woerden fol 35, 37
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen Pieter Aertsz als man en voogd van Cornelia Thuenisdochter opdroeg tbv Claes Cornelisz een hofstad, berch en schure ende al dat binnen synder graften begrepen is, gelegen binnen den gesticht van Uytrecht in het kerspel van Lopick ende 7 morgen lands daer t huys op staat, belend boven: Jan Hendricsz, beneden: Claes Pietersz weduwe, streckende beneden van Jaersvelt tot Benschop toe noertwaert. En dat hij vervolgens Claes Cornelisz daarmede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. Op 1531-12-15 oorkonden leenmannen van Holland dat Cornelia Thuenis Dircszdochter, huisvrouw van Pieter Aertsz, volmacht geeft aan haar man Pieter Aertsz om dit leen over te dragen
mr Huyge van Assendelft, praesbiter, onse Raad en Canonick van onser capelle op het Hof in den Hage, mr Vincent Dammas, Raad en meester v.d. reeckening, Adriaen van Egmondt, Warnaert van der Dois, Cornelis Bertoutsz, Willem Pietersz, leenmannen; 1531-12-15: Engbert Beerntsz, Bouwen Claesz, Mathys Jacobsz, leenmannen van Holland