1533-04-21 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 119v, 121
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen jvr Juliana Beuckelaars, weduwe Dirck Jan Soncken, met haar zoon en leenvolger mr Frans Sonck, opdroeg tbv Jan van Outheusden, haar zusterszone, de ambachtsheerlijkheid van Alblasserdam mit Subbingen [= Souburg] anwerp, andrift, swaendrifte, visseryen, vogelryen, molen, tollen, veeren, tienden, thynse, exchynsen, aertgelt, hofstedegelt en anders al zijn toebehoren. En dat hij vervolgens Jan van Outheusden hiermede beleend heeft tot een goed erfleen; 1533-04-25: Juliana Beuckelaars draagt het leen hier op tbv Godschalck van Outheusden, haar zusters zone, die er vervolgens mee beleend wordt, te houden tot een goed erfleen (vgl 1539-09-12)

Pieter Boll, auditeur v.d. rekenkamer, Cornelis Barthouts, Jan Gans, leenmannen; 1533-04-25: Cornelis Barthouts, Dirck Heyn Thou