1533 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 311, 313, 314
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij ter ootmoediger bede van Johan van der Dussen Florisz, daer moeder af was jvr Barbara van Bochem, denselven suppliant geoctroyeert heeft uyt onser sonderlinge gratie om over al zijn goederen by uiterste wil te mogen disponeren. Vervolg akte op fol 313: hij heeft geen wettige geboorte. De akte eindigt: hebben wij onsen zegel hieraan doen hangen in t jaer ons Heren 1533. Op fol 314 volgt een extract uit het testament dd 1536-01-20: hij vermaakt aan zijn zuster Cornelia x Goyaert van Brecht: - dat huys en slot van den Dussen met een hoeff lants teynden den voors. slote gelegen, synde groot 21 morgen, - die ambachtsheerlijkheid mitten mannen ende manschappen van leengoeden, gruyten, visscherijen, kerckgifte, hem althans toebehorende, - en de zwaandrift die hij van de graaf van Hoorn [lees: Altena] in leen houdt. Hiervoor moet Cornelia binnen het jaar betalen zulke 150 R gld en 2 gld der memorien. Hij vermaakt ook aan Cornelia die wyntmolen mitten rosmolen. Des laet daerof 1£. Welke te heffen heeft enen genoemd heer Berenbrandt. Noch wil de testateur dat zijn zuster Cornelia uyter moolen rycken zal zijn twee neven van Haerdickvelt: Floris en Bruysten, die somma van 300 gld in eens. Soo sullen des goeden boven geroert weder gaen erven en besterven aen den oudsten zoon van Herdinxvelt: Aert genaamd. Is deze dan reeds aflyvig, dan te komen op diens oudste zoon