1534-02-11 |

R.A.H. Coll Aanw 120~ Caput N.H. fol 74-76v
Jaartallenindex

request van Heindrick Gherytsz, wonende te Maesland, aan de stadhouder van de lenen en de meesters v.d. rekeninge in den Hage, dat seeckere tyt geleden de suppliant bij het overlijden van zijn vader Gerrit Henricsz gesuccedeert is geweest in 16 honden lants leengoed, gelegen in Vlaerdingerambacht. Dat hij verly verzocht, 7 Kar gld als heergewade betaalde. Maar hij werd niet beleend "overmits de oncosten niet betaald waren", hoewel dat nog binnen jaar en dag kon, zodat deze direct alsnog betaald werden. Dat zijn huisvrouw Gerritgen Jacobsdochter met pestilentie geinfecteerd werd en tenlesten drie kinderen van de suppliant hieraan stierven. zodat hij wegens besmettingsgevaar geen belening kon verzoeken. Dat suppliant onlangs daarna door de kosten van deze ziekte en de kosten en lasten van de Maeslantse dyk gecomen is in grote schulden, zodat het hem onmogelijk was het restant van de leenrechten te betalen. Hij verzoekt desondanks belening te ontvangen. Mr Cornelis Barthouts onderzoekt de zaak en bericht dat belening was toegestaan tegen betaling van 7£ 10 schell. Dat de pestilentie gecomen is en suppliant in gebreke bleef. Het advies luidt om de suppliant nu dubbel heergewade te laten betalen. De rekenkamer adviseert vervolgens de suppliant hierna te belenen