1534-08-19 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 294, nogmaals fol 269v (volledige tekst), fol 295, 271v
Jaartallenindex

(het begin van de akte ontbreekt) Karel beleent Franchois van Wena ….. hem aengekomen en bestorven zijn bij dode en makinge van zijn vader Jan van Wena, in leven heer van Giessenburg, den navolgende percelen van lenen: 1) dat huys tot Giesenburg, mitter hofstede, cingelen, boomgaert en de heerlijkheid van dien, mitte manschappen en een stuk land daertoe behorende, geheten die Nesse, 2) ende daertoe die heerlijkheid van der Nierkerk, mitten baljuwschap en schoutambacht derselver heerlykheid metten nacoop van den vercoften en van den verstorven landen met die zwaendrift van 16 paer oude zwanen. Mitter visserij boven en beneden die brugge, ende eenen waterganck ende twee gezworenen die men heet heemraden, den enen binnen slants ende den anderen op ten Hoogendyk, met een clerck die hij als here van Nyerkercke zal mogen setten en versetten alst hem goetduncken sal, 3) ende bovenal t voors. noch ⅓ deel van de nageschreven perceelen van Nierkerk, in die Ghiesen, te weten: van der molen, van der corenthienden, van den smalthienden, van den jaerlicxen mercttollen, van beesten, van de excyns, van het recht van der Brugge, van jaerschot, van de jaerlijkse thins, en van ½ van t Pynte veer. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. De voors. Franchois [van Wena] maakt deze goederen ½ tot lijftocht voor zijn moeder jvr Elisabeth van Busschuysen, haar leven lang, achtervolgende de uyterste wil van wijlen zijn vader

Jasper van Treslong, onse schout van Haerlem, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen