1534-09-12 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 316v
Jaartallenindex

Karel beleent jvr Elisabeth Cruesing, geechte huisvrouw van Roloff van Dongen, haar aangekomen bji dode van haar broeder Franchois Cruesing, met: 1) 2 morgen lants in Noortdorp in het ambacht van Zoeterwoude, oost: Mariken Dirck Pauwelsz weduwe, west: t clooster van Loosduynen, zuid: de Soeterwousche weg, noord: haar vrou moeder. Te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) 7½ morgen lands in den ambacht van Ryswyk in eenre wooninge daer Philips de Bloote in en op te wonen plag, oost: dat klooster van Rynsburg en het clooster van Loosduynen en van Conincsvelt elk met eigen en erven onder scheyden, west: Philips de Bloote, in de voors. wooninge, onverscheyden elk van den anderen, streckende aen dat noorteynde aen dat ambacht van den Hage, aen dat zuijteynde aen eenre hoffstede die Hage en gebrechts [?] ende toe te behoren placht [Hughe Enghebrechtsz ?], te houden tot een erfleen; 3) 10 morgen in den ambacht van Voorburg, waarvan 7 belend oost: Jan Vranckenz, noord: de scheidinge, west: Aert Dirck Aertsz, zuid: die Middelweg, ende die ander 3 morgen belend west: dat Hovelynck, west: Vranck Aertsz, oost: Jan Vranckenz, zuid: de heerwech daer men rijdt naer Leiden, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Haar man Roeloff van Dongen doet de eed voor haar

mr Joost Sasbout, onse Raad ordinaris, mr Cornelis van Gent, Cornelis Barthoud Jansz, Cornelis Sael, leenmannen