1535-12-31 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 383v, 394v
Jaartallenindex

Barthout van Outhenae draagt de Kon. Maj. op den vrijen eigendom van een stucke lands gelegen in den Haeghambacht, groot 4 à 4 ½ hont, alsoo ick dat gecoft heb tegen Pieter Mertsz, buerman alhier in den Hage, belast met 20 st per jaar, belend oost: die H. Geest in den Hage, zuid: die molenwatering, west: het Hoflant, noord: die H. Geest in den Hage, met het verzoek om hemzelf daarmede te belenen tot een erfleen, te verheergewaden met een paer witte handschoenen en voor de heerlycke rechten als dat verschynen zal: een paar jonge zwanen of 25st daervoor; 1536-01-07 (1535): Karel beleent hem met de 4 of 4½ hont lants gelegen in den ambachte van den Hage, die hij gecoft heeft van Pieter Mertsz, tot een onversterfelijk erfleen

Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, Dirck van Leeuwen, leenmannen