1536-07-10 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 39
Jaartallenindex
Andries van Bronckhorst, baljuw lands van Voorne, bekent dat hij bij consent van de heren van de reeckening dd 1536-07-03, van wege de Keizer vercoft heeft Jan Cornelis van Kerkwerve, rentmeester van het land van Voorne, 5 gemeten vrij Vroonen leenlants, gelegen in den Ouden Hoorn, in den Noorthouck, belend zuidwest: de Carthuysers binnen Uytrecht, noordwest: die wateringe, noordoost: Claes Meeusz of Lenart Govertsz, zuidwest [!]: de heerwech, daar nu ter tijd Claas MEeeusz bruyker of is, ende liggen gemeen mitten erf van Jacob Heerman. Welk land bij mij in t openbaar op ter stadhuis van den Briele in presentie van leenmannen van Voorne op ten 30e juni l.l. in t gebod gesteken is en bij hem gecoft als meest biedende, ende dat om 4£ gr Vls. Welk land wyleneer toe te behoren placht Jacob Hadde en aan den keizer gedvolveerd is bij sententie van het gerecht der stede van den Briel dd 31 mei j.l, waarbij Jacob verklaard is verbeurd te hebben zijn lijf en goed "ter cause dat hij gecommitteert hadde crime pessimo". Hij belooft de koper, Jan van Kerkwerve, in het bezit ervan te handhaven
Adriaen Jacobsz, Cornelis Hugez, mannen van leen van Voorne, en het zegel van Andries van Bronckhorst