1560-04-04 | Texel
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1307, p 626
Jaartallenindex
Elburch van Langerak, abdis van Rynsburg, oorkondt dat Adriaen Nanningsz, schout van Alcmaer, haar opdroeg 4 morgen (Texelse) of 8 morgen (Geersberambachtse) [lees: Geestmerambachtse maat] met het bijbehorende huis op Texel binnen de Cuyl, genaamd het Leen, en dat zij vervolgens daarmede heeft beleend Ysbrand Saeffesz. Volgens overeenkomst met de abdis dd 5 april verzoekt Adriaen, die in de Kuilen 52 morgen bezit, ½ als eigen goed, ½ als leen, opdat de abdis haar begroting en morgentalen als leen zou hebben en hijzelf ook zijn 4 morgen ter vrije beschikking, de stukken de Ruijt en t lange stuck, samen 26 morgen, tot leen te mogen maken. De andere 26 morgen, waaronder het stuk "de Waelhoorn" zullen vrij land worden. Het Cuylhuys met 4 morgen Texelse maat, zal leen blijven en hij zal dit overdragen tbv Ysbrant Savisz. De 5 consorten bezitten samen 125 morgen waarvan 29¾ morgen als leen worden aangeboden. De helft van de ongedeelde duinen en van alle valleien en aanwassen zal leen worden (vgl 1570-09-19 en 1551-12-06)