1563-02-12 | Schoten

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 7v, oud fol 1v; R.A.H. Coll Aanw 140 fol 407v/Reg Oraigne fol 207 (volmacht); G.A. Haarlem Inv no 1752 Lade V
Jaartallenindex

Henrick heere tot Brederode, vrijheere tot Vyanen, Burchgrave tot Utrecht, heere ter Ameijde, tot Hauringcourt, oorkondt dat Lancelot van Brederode bastaard van Brederode van ons bij opdrachte gedaen in handen van den stadhouder ende leenmannen van Holland, vercregen heeft die thyenden grof ende smal tot Schoten, zoals hij die van de grafelijkheid van Holland in leen houdt. Henrick belooft nu, ingevolge een op 10 februari nopens deze tienden onderling met Lancelot gemaakt contract, de voorn. tienden vrij te waren voor een vrij onversterfelijk erfleen, door Henrick ondertekend en bezegeld. Heyndrick heere tot Brederode geeft volmacht aan Allart van Presinchoven, om namens hem voor de stadhouder van lenen deze tienden op te dragen tbv Lancelot van Brederode, bastaert