1563-04-05 |
Kroniek Hist Gen jg 1852 p 282/Arch Mathenesse
Jaartallenindex
testament van Agatha van Alkemade Willemsdochter, vrouwe van Opmeer etc, weduwe van Johan van Cuilenburg. Zij vermaakt aan haar oudste dochter Margriete van Cuilenburg, douairiere van Monchiau, o.a. de heerlijkheid van Rynswoude met toebehoren, het huis te Poelgeest genaamd Alkemade, in het ambacht van Oostgeest, met de goederen daaromtrent en leenroerig aan de burggraaf van Leiden en de graaf van Nassau, de hofstede te Alkemade en de heerlijkheden van de Lier en Souteveen met tienden etc. Aan haar tweede dochter Johanna van Cuilenburg, vrouw van Charles van Bourgoignen heer van Sommelsdijk etc, de ambachtsheerlijkheden van Zevenhuizen en Zegwaard en Palesteyn, en de hoge-, middele- en lage heerlijkheid van de Vuurse en het goed genaamd de Gelt. Aan haar derde dochter Maria van Cuilenburg, vrouw van Ysbrand van Merode, o.a. de ambachtsheerlijkheden van Soeterwoude, Stompwijc, Wilsveen en Tedingerbroec [er staat Telingerbroec), met de Ryntienden aldaar en in Hazerswoude, benevens de hofstede te Reynegum. Aan haar jongste dochter Florentina van Cuilenburg, vrouw van Johan van Matenesse heer van Riviere, o.a. de hoge, middele en lage heerlijkheid van Opmeer met tienden en toebehoren, en een huizinge op het Rapenburg binnen Leiden, afkomstig van Johanna van Zwieten, vrouwe van Opmeer. Gedaan op den huize Poelgeest genaamd Alkemade in het ambacht van Oostgeest buiten Leiden