1563-05-21 |
G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 80
Jaartallenindex
Pieter Jansz, schout van Assendelft, oorkondt dat Maerten Jacobsz Seij, Maerten Maertensz, Claes Pieter Coenen en Engel Jan Coenen verklaren dat zij lange tijd een proces hebben gehad voor het Hof van Holland tegen de regeerders van de H. Geest te Haerlem, betreffende de grenzen van de Biescamp te Assendelft op ten Kaech. H.Geestmeesters beweerden dat de geheele camp hun toebehoorde, de tegenpartij dat 2 maden in de noordoosthoek van de Biescamp ende daermede in een partije van den anderen buyrlanden gesloot zijnde, hemluijden toebehoorde, ende dat het delleken of oude Rietvuer in de voors. campe gelegen, eertijts de scheijsloot geweest hadde. Partijen komen nu overeen dat de H. Geest de geheele Biescamp zal behouden, ende zoe breet ende lange vuijtgespreit als die nu ter tijt belent is zuidwest: de Volger of sluijssloot, noordoost: die bedijcte camp behorende het gasthuijs te Haerlem, zuidoost eynde: Nanne coeven mit jonghe Jan Dirck Claes Mijenencamp, noorwest: Jan Outgersz kaech. Alzoo dat voertaen het voors. delleken of Rietvuer gheen scheydinge geacht aff gehouden sal worden maer de landen an beyden zijden van tzelve delleken onder eenen naem een onverscheyden landt of aerde verstaen zal zijn (vgl 1445-08-23)
Louweres Melisz en Claes Jansz, schepenen