1563-12-03 |

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 51, oud fol 12v
Jaartallenindex

aan de stadhouder van de leenen in Holland. Geeft ootmoedelicken te kennen Claes Claesz tot Eedam wonende, dat hij in leen houdt 3 perceeltjes land in den mabachte van Oosthuysen, hem aangekomen bij dode van zijn vader Claes Claesz alias Hansen. Te weten de helft van 8 deymt, daervan de 4½ deymt belend west: Ave moer, oost: die Cartelinge. De helft van 1½ deymt geheten de Loufs mergen, belend west: de pape, oost: de ooster middelven. Item ½ van de oister middelven, belend oost: Jan Hendrix ven, west: de wester middelven. Daar suppliant zijn nering binnen Edam doet, is dit land voor hem zeer qualyck gelegen, weshalve hij vrezoekt dit leen te mogen verkopen, en in plaats daarvan te mogen opdragen eigen land omtrent ende vast bij de stede van Edam: 1) een stuck gelegen op ten Brouck an de zuidoost zijde van Edam, west: Jan Nannincxz, oost: Jaep Claesz c.s, groot wesende 2½ deymt, 2) een stuk van 1½ deymt, aan de noordcant van de grote kerk van Eedam, belend noord: Geerte Cornelisdochter, zuid: Jan Goukes. Dit opgedragen land is even goed als het oude leen, zelfs beter, daar het oude leen ligt aan een gewierde dijk. Het verzoek wordt toegestaan, indien suppliant een certificatie overlegt, waaruit blijkt dat het nieuwe leen even goed is als het oude, ondert. C. Barthouds (vgl 1563-12-18 en 1564-11-21)