1564-08-19 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 38
Jaartallenindex

notaris Willem Bogaert instrumenteert het testament van Jan Pietersz Barchout en zijn vrouw Cornelia Jan Tedincsdochter, inwonende poorters van Monickendam, octrooi dd 1561-04-29, t.a.v. de leengoederen haar aanbestorven van haar vader Jan Teedinck Joostensz. Met deze goederen was zij op 1534-09-12 beleend, te weten 1) een stuk land in de ban van Westwoude, streckende van Bennewysen doer Westwoude tot aen den Zwaechdijck, met een huys daerop staende, mit noch een saet acker lands gelegen bewesten tselve huijs, tesamen groot 8 morgen, thans in huur gebruikt bij Jan Gaelmansdochter, weduwe Claes Pietersz; 2) 2 stucken land gelegen buiten de stad Monickendam in Monickenbrouck, dat één streckende tot op de graft derselver stede neffens over Claes Vuijlen molen. Dat ander groot oick op deselve graft neffens over den Kermergraft, beyde dese landen groot 4 deymt. Deze leengoederen zullen onder hun kinderen bij egale porties verdeeld moeten worden, altijd te vererven op den naasten bloede van Cornelia Jan Tedincxdochter (vgl 1561-04-29, 1568-03-27)

getuigen: Willem Lap (in andere akte Willem Cap), poorter van Monickendam, Jan Claesz alias Jan Melisz, van Zuijderwoude