1564-09 (3) |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 25/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

schoutet in den ambacht van Drimmelen van de heer van Nassau en heemraden aldaar oorkonden dat Alyd Jacobsdochter, weduwe Adriaen Aertsz met haar gecoren voogd, en heer Reyner Ariaen Artsz, priester, met zijn gecoren voogd, met zijn broeders Art ende Jacop, deszelfs Adriaen Artsz zonen, overgaven aan Cornelis Heijsz, ½ van een weer lants gelegen in den ambacht van Drimmelen, in Kyfhoeck, gemeen en onderdeelt met Wouter Mathysz. De welke Adriaen Aertsz vercregen hadde bij coop van de erfgenamen van Merten Anthonisz, zuid: enige van de erfgenamen van Henrick Montens met haar erven, noord: de Chartreusen buiten St Geerdenbergen met haar erve, west: ter halver vaart toe, oost: streckende gelyck die weeren aen beide zyden strecken. Gaven mede over ½ van een stuk lands, liggende onverdeelt mette voors. Wouter Mathysz, in Kyfhoeck, noord: Henrick Montens erfgenamen met erve dat zij verkregen hebben van wijlen Goyaert Anthonisz, zuid: de Chartreusen, west: ter halver vaart toe, oost: streckende gelyk die weeren aan weerssyden strecken. De voorn. weduwe en kinderen beloven Cornelis Heijs vrijwaring. Nota: dit land is ons over getransporteerd van deselve Cornelis Heijs in der tyt wesende onze rentmeester die hetzelve tbv het convent cofte

bezegeld door Michiel Petersz, als schoutet en tevens ter bede van de heemraden