1567-08-18 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 37v, 36v; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 542v/Reg Nassau fol 319v
Jaartallenindex

burgemeesters en Raad der stad Medemblik certificeren dat onse poorter Dirck Claesz als man en voogd van Reynu Arysdochter verklaarde dat dieselve Reynu toebehoort seecker perceel lants leengoed wesende, gelegen in der Bruecken bijzuijden de stad Medemblik, oost: Symon Jansz, west: Ludu Herbersdochter. Dit leen is eertijds aan Reynu in leen gegeven onder voorwaarde dat bij haar huwelijk haar man de leendeed zou doen. Hij machtigt nu Jan Hobijn, procureur voor het Hof van Holland om namens hem dit leen te verheffen, en vervolgens op te dragen tbv Jacob Woutersz, onse poorter, of zijn dochter Alijdt; 1567-12-27: koning Philips oorkondt dat Jan Hobijn opdraagt als gemachtigde van Dirck Claesz, tbv Alydt Jacobsdochter een camp land, groot 7 roeden, gelegen aan de zuidzijde van de stad Medemblik, west: Luijde Herberts weduwe, oost: Symon Jansz, en dat hij vervolgens Alyt Jacobsdochter daarmede heeft beleend tot een erfleen. Hulde doet haar vader Jacob Woutersz. Dezelfde akte ook: 1567-12-17 (fol 542v)

get. S Jansz; 1567-12-27: jhr Jan de Huyter, mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevoort Jansz, leenmannen