1569-02-26 (1568) |

R.A.H. Coll Aanw 137 Caput Z.H. fol 59, 60
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat gecompareerd is voor mr Cornelis Suys heer van Ryswijk als stadhouder van de leenen, Jacob van Persijn, wonende alhier in den Hage als gemachtigde van jvr Adriana van Persijn, weduwe mr Cumtijn Weydts, onse Raad ordinaris in den Hove van Holland, op vertoon van skonings brief dd 1567-02-03, belening gebraagd heeft met: 1) ½ van ½ van de ambachtsheerlijkheid van Brandtwyck ende van Ghybelandt, met thienden, veeren, visscherijen, renten, erven. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, 2) de wederhelft van de helft van het voors. leen, 3) ½ van de smaltienden mitten excys aldaar, te houden van de grafelijkheid van Holland als heren en vrouwen van der Lecke ende Polanen, tot een erfleen. Hulde doet voor haar haar vader Jacob van Persyn. De procuratie is in dit afschrift niet opgenomen. Er is een open plek met opschrift: Procuratie van jvr Adriane van Persyn (vgl 1568-02-03)

mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevort, leenmannen