1569-05-04 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Gelre etc fol 53
Jaartallenindex

koning Philips beleent Johan van Randenraet, wonende in den Kleynen Broeck in den gestichte van Collen [Keulen] voor hem zelven ende uijten name van zijn gemeen broeders en zusters, alle achtergelaten kinderen van wijlen jhr Andries van Randenraet en jvr Katharina Schellings, en hem aangekomen bij dode van jhr Georgius Schelling, schiltknape, haerlieder oom van moeders zijde, die dat van ouds verheven hadde tbv de voors. achtergelaten kinderen, die doen ter tyd noch onmondich waren, op de conditien ende naer uytwysen onser registeren van Holland daervan zynde, dat goet van Cleynenbrouck in den ampt Leijdtburch in den gestichte van Collen, met allen synen toebehoren, zulcq die voors. jhr Georgius Schelling op voorgaende beloftenisse ons daerop gedaen, overgebracht ende te bouck doen stellen heeft, naer vermelden onser registeren van Holland: 1) die gifte van den personaet ende kerk tot Buijtgenvoort, alle andere officien en beneficien daartoe behorende, 2) die gifte van der kerke van Cleyenbrouck met allen toebehoren, 3) een tiende gelegen in den Cleynenbrouckervelt, doende jaerlyks 35 paer koerens ongeveerlyck, 4) 100 morgen aertlants daer ± 70 in Cleynenbroeckervelt ende die ander 30 morgen in den grafelycken landen gelegen zijn, 5) een holtgewalt in Buijtger gemarckt, 12 morgen Broucks, 9 morgen vendtz gelegen achter huys haeff daerin die koeweyden mit gerekend zijn, 57 maelder rogge erfrente, 100 maelder haver en 5 maelder geersten, 143 hoenderen daer dat huys van Lijdtborch jaarlijks 50 aff gheeft ende uytreyct ende die andere hoenderen ende voirs. erfrenten die gemene naburen ende kerspelluyden aldaar jaarlijks uytreycken, sonder enige fraude off argelist. Te houden van de grafelijkheid van Holland Johan van Randenraet q.q. tot een onversterfelijk erfleen. Te verheffen als middelleen met 10 Kar gld en een heergewade. Jvr Catharina Schellings behoudt haar lijftoch haar leven lang