1579-02-03 |
R.A.H. O.R.A. 616 L
Jaartallenindex
schout in de ban van Heemstede en schepenen aldaar oorkonden dat jvr Anna van Spaernwoude ende Hillegondt Diricsdochter, beide meesteressen en regenten van het Grote Begijnhof te Haarlem, met mr Jan van Zueren, oud burgemeester van Haarlem als gecoren voogd, erkennen dat Dirick Claesz Wij, ook oud burgemeester van Haarlem, hun, wegens de grote lasten van het beleg, in 1574 hun 400 Kar gld geleend had. Daar terugbetaling nu onmogelijk is, mogen zij deze som op rente houden tegen den penn. 16. Zij vestigen nu een losrente deswege van 25 Kar gld sjaars, losbaar met 400 gld. Zij verbinden voor de betaling drie percelen land onder Heemstede (eigendom van het Grote Begynhof te Haarlem): 1) een stuck land genaemd "de Bocken", groot 2 morgen 3½ hond, in de Veen, noord: de Bernarditen ofte den Anderen Houdtslaan, west: St Elisabethgasthuis, zuid: Jan Claes Lotssz Gaelen laen mette memorieheren binnen Haarlem tesamen, oost: de memorieheeren voirs, 2) een stuck land mede daaromtrent gelegen, genaamd "de Bies- ofte Liescamp", groot 6½ hont, west en oost: Jan Claes Lottsz Gael, zuid: Jan Claes Lottsz Gaelen laen, west: de memorieheren te Haarlem, noord: de Bernarditen of den Anderden Houtslaen, 3) het derde stuk, in Schoubroeck gelegen, groot 2 morgen 1 hont, west: de erfgenamen van Andries Willemsz te Alcmaer, noord en oost: St Elisabethsgasthuis, zuid: de weduwe van jhr Johan van Duvenvoorde
Willem Michielsz, schout in de ban van Heemstede, Dirick Bennesz en Reyer Hugenz, schepenen (met hun merck)