1538-10-03 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1184, 1195, 1200, 1202, 1205-1207
Jaartallenindex

sententie van het Hof van Holland in het proces tussen de abdij Rijnsburg en de erfgenamen van Floris van Wyngaarden (in zijn leven heer van Yselmonde en rentmeester generaal van Rynsburg), namelijk Joost van Wyngaerden heer van Ysselmonde voor zichzelf, Wynant van Laire en Cornelis van Borssele namens hun echtgenoten, over 800 Kar gld die Floris in 1525 ontvangen doch niet afgedragen zou hebben en 87½ Kar gld als opbrengst van een rente die niet afgedragen zou zijn, evenmin als een losrente in hoofdsom groot 36 Kar gld. De erfgenamen worden veroordeeld tot betaling van deze 36 Kar gld voorzover nog niet afgelost, en tot betaling van 62£ 10sch, terwijl zij ontslagen worden van de betaling van de geeiste 800£. Joost van Wyngaarden ging van deze sententie in appel bij de Grote Raad van Mechelen, doch trok dit in en legde zich neer bij de sententie van het Hof van Holland, 1539-10-31 (regest 1195). Op 1540-06-29 wordt aan Vranck van Dam, deurwaarder bevolen de sententie ten uitvoer te leggen. Cornelis van Borsselen en Joost van Wyngaerden worden op 1540-10-11 in gijzeling geroepen in den Hage, waarop Cornelis van Borssele niet verschijnt en op hoger boete opnieuw in gijzeling wordt geroepen (regest 1200, zie ook 1202, 1205, 1206, 1207). Joost van Wyngaarden is inderdaad in gijzeling gegaan, doch Cornelis van Borssele antwoordde dat hij betaling had aangeboden doch geen kwitantie had kunnen krijgen