1546-10-16 |

R.A. Zwolle Inv Arch hav. Wegdam bij Goor regest 48
Jaartallenindex

Johan van Padewerdt, Herbert Splijtloeff en Henrick ten Holte, Henrick van Haersolte, Jacob van Ittersum en Alpher Bloemendaill, verklaren een moetzoen te hebben uitgesproken tussen Johan van Haersolte en zijn zuster juffer Henrick van Hairsolte: 1) Johan zal behouden de erven Bussinck en Hackert in Junne, de tienden over Bruckell in de buurschap Hulsen, het goed te Genne en ten Holte, met uitzondering van 6 morgen land te Mastebroick, die nu Johan Blat in pacht heeft; 2) juffer Henrick zal behouden de voors. 6 morgen land in Mastbroick, benevens ⅔ van 33 ½ morgen in het Langeslach; 3) Johan zal behouden de tienden te IJrthe, behoudens een drietal renten, die zijn zuster toekomen; 4) juffer Henrick zal ⅓ van ⅔ van de Leemkuijle hebben en na dode van hun tante juffer Mense van Ittersum zullen zij zowel het aandeel van Mense in het goed de Leemkuijle als het aandeel van hun grootmoeder Alijdt van Ittersum in dat goed gelijkelijk delen; 5) ook de inkomsten van het goed tho Hairst sullen zij gelijkelijk verdelen en de daarop rustende renten gelijkelijk betalen